‘Van lesgeven leer je zelf het meest’, aan het woord is Friedo Dekker, professor in de klinische epidemiologie. Ook de voorbereiding is leerzaam. Als hij aan zichzelf uit kan leggen wat hij later in de cursus gaat onderwijzen, is hij tevreden. Het moet kloppen en logisch zijn. Hij legt daarbij verbanden, stelt zichzelf vragen en hij heeft uitgewerkte voorbeelden van zijn onderzoekspraktijk paraat. Zijn dia’s zijn de kapstok en daarmee bewaakt hij structuur. Nadat hij een cursus gegeven heeft, maakt hij bij de dia’s aantekeningen waarbij hij zichzelf feedback geeft over hoe hij zijn verhaal kan verbeteren, maar ook over hoe hij de leeromgeving van de cursisten nog meer kan optimaliseren de volgende keer.

Als hij dan daadwerkelijk de cursus geeft, werkt hij interactief. Hij is enthousiast en goed voorbereid en hij laat de kennis ontstaan in het groepsproces. Hij stelt de juiste vragen, laat cursisten verbanden leggen , helpt hen de logica te achterhalen en hij activeert zo het brein van de deelnemers. Als ze denken dat ze het antwoord weten, zaait hij weer twijfel of vraagt hij zich hardop af of het altijd op die manier kan. Hij probeert de geest van de deelnemers flexibeler te maken. De denkkracht moet uit de groep zelf komen. Soms vereenvoudigt hij daarbij de werkelijkheid (met een knipoog naar degenen die al verder zijn in het leerproces) om zoveel mogelijk begrip te ontwikkelen bij de cursisten. Zijn ervaring maakt hem elk jaar een klein beetje beter. Hij ontwikkelt steeds meer hulpmiddelen die hem helpen om de deelnemers tot de kern te laten komen. ‘Lesgeven is onwijs leuk om te doen.’

Ook houden zijn collega’s hem scherp en hij doet dat bij hen. Als ze samen cursussen geven, geven ze elkaar feedback op vorm en inhoud. Als startende onderzoeker op de afdeling klinische epidemiologie woon je eerst de cursus bij en de volgende keer mag je een deel verzorgen. Daarin word je dan bijgestaan door ervaren docenten. Zo bouw je langzaam je ervaring op. Hij is inmiddels in staat om allerlei doelgroepen adequaat te bedienen. De mavo-leerling die hij bijles in wiskunde gaf, is voor hem een net zo’n grote uitdaging als een cursus geven aan een groep nefrologen. Hij probeert in de beide situaties begrip bij de doelgroep te bewerkstelligen. En als hij die denkkracht op gang heeft gebracht en hij krijgt als feedback dat hij heel goed kan uitleggen, is hij tevreden. ”