Professor Malessy verplaatst zich volledig in de deelnemer bij het opbouwen van zijn les. Is de cursus bestemd voor OK en poli-assistenten? Dan spreekt hij eerst met een paar van hen, voordat hij aan de slag gaat. Hij wil hun leervraag begrijpen. Hij bouwt zijn les op als een stripverhaal: logische stappen met heel veel plaatjes. De grootte van de stap wordt bepaald door de voorkennis van de deelnemers. En als die stappen daar volledig op zijn afgestemd, heeft hij zijn doel bereikt. Dan heeft niemand meer vragen over dat leermoment.

Het is zijn ambitie om iets toe te voegen aan wat in de literatuur te lezen is. Hij vult aan. Hij laat samenhang zien. Hij gebruikt beeldspraak om te verduidelijken: een zenuw is een elektriciteitskabel. Hij praat niet te snel. Hij kijkt het publiek aan. Hij gebruikt voorbeelden van patiënten. Als hij praat over een motorrijder, dan zit hij zelf heel even op die motor. Zijn lichaam is zijn instrument. Hij beweegt bij zijn uitleg.

Als deelnemers tijdens het verhaal vragen stellen, is zijn doel niet 100% bereikt. Een vraag nadien ter verduidelijking voelt voor hem als een tekortkoming. Heeft hij misschien iets over het hoofd gezien in de voorbereiding? Geen vragen is ook ingewikkeld: is het dan toch te moeilijk geweest? Hij houdt van leuke levendige vragen waarbij deelnemers zijn verhaal relateren aan hun eigen praktijkervaringen. Ze zoeken naar aanknopingspunten aan situaties die zij zelf hebben meegemaakt. Daar gaat hij graag op in. En soms zijn het zelfs vragen die aan het huidige of toekomstige onderzoek relateren. Dat vindt hij helemaal een mooi resultaat: dan heeft hij een nieuwe wereld voor hen geopend.